Nieuw staat, heeft alleen test gereden.
– Klein onderhoud gegeven.
– Olie sponsjes vervangen.
– Gesmeerd / olie.
– Op functioneren getest en test gereden, rijd en schakelt goed.
Foto’s zijn onderdeel van de beschrijving.
Geen producten in u winkelwagen.
Keer terug naar de winkelGeen producten in u winkelwagen.
Keer terug naar de winkel€72.50
1 op voorraad
Artikelnummer: | 3064 |
Versie: | 04 |
Bedrijfsnummer: | 260 417-1 |
Spoorwegmaatschappij: | DB |
Era: | III |
Koppelingtype: | Haak koppeling |
Lengte: | 12 cm |
Productiejaar: | 1969 - 1980 |
Verpakking: | Ja - Origineel |
Besturing: | Analoog wisselstroom |
Staat Locomotief: |
Nieuw staat, heeft alleen test gereden.
– Klein onderhoud gegeven.
– Olie sponsjes vervangen.
– Gesmeerd / olie.
– Op functioneren getest en test gereden, rijd en schakelt goed.
Foto’s zijn onderdeel van de beschrijving.
Diesellocomotief.
Model van de bouwserie 260 (V 60) van de Deutsche Bundesbahn. 3 Assig. Asindeling C. 3 assen aangedreven. Afstandsbediening voor vooruit en achteruit doormiddel van een Marklin transformator. Ter verhoging van de trekkracht 2 antislipbanden. Voor en achter elk 3 modelgetrouw aangebrachte koplampen. Rode rijk gedetailleerde bovenbouw van kuststof. Ingezette ramen met plastic ruiten. Onderbouw van persgietwerk. Aan beide einden koppelingen met voor ontkoppeling.
(Bron Märklin catalogus 1969)
Deze kleine diesellocomotief met hydraulische krachtoverbrenging zijn in natura toch nog 10-11 meter lang en hebben enige honderden pk onder de kap. Vooral het drijfwerk waaraan hoge eisen gesteld worden is buitengewoon robuust, zodat deze locs zonder noemenswaardig onderhoudswerk lange tijd gebruikt kunnen worden. De typische industrielocs (Märklin modellen 3078, 3080) hebben in voor- en achterwand van de bestuurderscabine laag aangebrachte extra ramen, waardoor de bestuurder tot op de buffers kan zien om juister te kunnen rangeren.
(Bron Märklin catalogus 1968)
Rangierlokomotive.
Achsfolge C. Schwarzes Gußfahrgestell, drei Achsen und eine Blindwelle angetrieben. Rotes Kunststoffgehäuse, gelbe bzw. weiße Aufschriften, eingesetzte Fenster, angesetzte Griffstangen und Bühnengeländer. Dreilicht-Spitzensignal beidseitig.
Versie 1:
Gelbe Schiebebild-Rahmenbeschriftung – u.a.: “Unt.20.1.61” und “n.Unt.20.1.64”. Silberfarbenes Dach, Signalhörner auf dem Dach angegossen, Betriebs-Nr.: V 60 1009, erhabene Aufschriften am Führerstand.
Versie 2:
wie -1, jedoch Rahmenbeschriftung gedruckt.
Versie 3:
Weiße Rahmenbeschriftung – u.a.: “Unt.20.1.64” und “n.Unt.20.1.67”, silberfarbenes Dach, ab 1965 Signalhörner auf dem Dach angesetzt.
Versie 4:
Geänderte Rahmenbeschriftung – u.a.: “Unt.28.12.66”, silberfarbenes Dach, Betriebs-Nr.: 260 417-1
(siehe auch unter 3194-4)
Versie 5:
wie -4, jedoch Gehäuse dunkel-weinrot
(Diese Lok-Ausführung wurde in Zugpackung 2853 – “Gleisbauzug” – bis 1984 weitergeführt)
Versie 6:
Gehäuse ohne erhabene Aufschriften am Führerstand, Griffstangen und Bühnengeländer teilweise weiß, dunkelgraues Dach, weiße Aufschriften – u.a.: “Deutsche Bundespost” und “Lok 5”, brünierte Räder.
Kupplungen Typ 6 D
(in Zugpackung 2890 – “Paketpost-Güterzug”)
Versie 7:
wie -6, jedoch mit Digital-Decoder
(in Zugpackung 2690 – “Paketpost-Güterzug”)